Méér: onverwachte sleutel tot duurzaamheid

Duurzaamheid wordt vaak gezien als een kwestie van minder: minder produceren is minder energieverbruik, minder afval, en dus minder impact op het milieu. Maar wat als de weg naar een duurzamere wereld niet ligt in het verminderen, maar juist in het verhogen van productiviteit? Dit klinkt misschien tegenstrijdig, maar een voorbeeld laat zien hoe het werkt – en waarom het een versneller kan zijn voor bedrijven én het milieu.

Productiviteit als motor voor duurzaamheid

Productiviteit gaat over het maximaliseren van output met dezelfde input – dus meer producten met dezelfde hoeveelheid energie of arbeid. Stel je een organisatie voor die 100 apparaten maakt met 1000 eenheden energie, oftewel 10 eenheden per apparaat. Door processen globaal te optimaliseren, produceert diezelfde fabriek 150 apparaten met dezelfde 1000 eenheden – een daling naar 6,7 eenheden per widget. Dit betekent minder kosten en minder energieverbruik per product, wat direct bijdraagt aan duurzaamheid op eenheidsniveau.

Maar het gaat verder. Als dit bedrijf daardoor marktaandeel wint van een concurrent die minder efficiënt produceert kan de totale milieu-impact in de markt dalen. Hogere productiviteit leidt dan niet alleen tot lagere kosten, maar ook tot een kleinere ecologische voetafdruk op grotere schaal.

Hoe TOC het verschil maakt

De Theory of Constraints (TOC) is een bewezen systematische aanpak die zich richt op het identificeren en aanpakken van knelpunten in een proces. Door de zwakste schakel – zoals een trage machine of een inefficiënte workflow – te optimaliseren, kan een bedrijf de doorvoer van het hele systeem (output) verhogen zonder extra middelen in te zetten.

Dit maakt TOC uniek: in plaats van kleine, incrementele en lokale verbeteringen ‘met de kaasschaaf’, pakt het het systeem als geheel aan. Een bottleneck aanpakken kan de output snel verhogen, met overigens minder verspilling en lagere voorraadkosten als bijkomend voordeel! Dat sluit naadloos aan bij duurzaamheidsdoelen: minder waste, efficiënter resourcegebruik en een lagere impact per geproduceerde eenheid. Méér is de betere weg naar duurzaamheid.

Lees verder »

Be careful what you wish for: dwang heeft een prijs

We wensen wat af met z’n allen. Mooie dingen als duurzaamheid, een schonere planeet, een rechtvaardigere samenleving – noem maar op. En grote transities, zoals de energietransitie of de digitale omslag. Maar wat als die wensen niet snel genoeg realiteit worden? Dan ligt de wens tot drang van overheden al gauw op de loer, en de wens tot dwang volgt snel daarna. “Het moet maar eens verplicht worden,” hoor je dan. “Voor het grotere goed.”

Stel, je bent het eens met zo’n verplichting. Je hebt dat ene verbodene toch al opgegeven, of dat gebodene braaf uitgevoerd. Misschien ben je ook opgelucht: eindelijk actie! Je buurman moet zijn vrijheid wat inperken – meer betalen, minder kopen, minder gebruiken – maar hé, dat is voor de goede zaak. Als hij zeurt, is de verdediging simpel: “Zo werkt democratie nou eenmaal.” Maar is dat wel zo?

Nee, dat is geen democratie. Dat is een glijdende schaal naar een systeem waarin het collectief boven het individu wordt gesteld en waarbij grondrechten eroderen onder het mom van ‘noodzaak’. Want laten we eerlijk zijn: als je nu roept, “Ja, maar die XYZ-transitie is écht cruciaal, anders gaan we naar de knoppen,” vraag jezelf dan eens af: moet dat ene wenselijk gedrag dat dé oplossing zou moeten zijn echt verplicht worden? Moet het echt nú, voor iedereen? Is het echt de énige oplossing?

Pas op: drang en dwang zijn als een boomerang: ze komen altijd terug en raken uiteindelijk ook jou. Vandaag is het je buurman, morgen ben jij het wiens gedrag of mening aan banden wordt gelegd – allemaal voor ‘het grotere goed’.

“Maar we betalen toch ook verplicht belasting?” hoor ik je zeggen. Klopt, en dat is prima. “En we houden ons aan wetten?” Ook goed. Maar de essentie van democratie zit niet alleen in regels en plichten. Het staat en valt de vrijheid van burgers om zelf keuzes te maken – niet alleen in het stemhokje, maar ook daarbuiten. Die vrijheid is de zuurstof van een gezonde samenleving.

Denk niet te snel dat anderen te dom of te onwetend zijn om te snappen wat jij allang ziet. De XYZ-transitie? We worden er dagelijks mee om de oren geslagen. Iedereen weet ervan, en iedereen maakt afwegingen op basis van eigen geweten en omstandigheden. Samen bepaalt dat onze koers.

Lees verder »

Minder Global, meer Local

United Nations building in Geneve, door Deyan Baric, 123rf.com

Ik ken veel mensen die op wereldschaal willen denken, net als ik. We hebben idealen voor een betere, gezonde en eerlijke Aarde. Als inspiratie dienen bijvoorbeeld de VN en de SDG’s – Sustainable Development Goals. Wie kan daar tegen zijn?

Ik begin er toch wat ongemakkelijk onder te worden. Dat grootse en globale denken heeft ook een keerzijde. Vier zelfs.

De eerste keerzijde is dat grootte verblindt. Door de optelling van problemen van over de hele wereld wordt een probleem sowieso erg groot. Ook een kleiner probleem wordt zo groot. En grote problemen veroorzaken angst en een blindheid voor eenvoudige oplossingen. En grootte geeft urgentie en dus haast, terwijl haastige spoed nog steeds zelden goed is. Grootte geeft bijna als vanzelf een roep om grote daadkracht van een centrale wereldregering, iets waar ik van huiver. En totalen vertroebelen het zicht op positieve trends die op een lokaal niveau zichtbaar kunnen zijn. Zoals bij honger – een wereldwijde optelling heeft geen enkele zin. Sommige landen zitten in de lift, andere door een oorlog of door de gevolgen van de corona-maatregelen in de mineur.

Ten tweede zijn de meeste problemen lokaal, en vereisen vrijwel geen internationale samenwerking. Ieder land kan het afzonderlijk prima oplossen. Water is een goed voorbeeld. Vrijwel elk land is prima in staat om schoon drinkwater zelf te regelen. En om zelf dijken te onderhouden. Eventueel in bilaterale afstemming met buurlanden. Een ander voorbeeld: ieder land kan en moet zelf de rechten van minderheden waarborgen. Met lokale oplossingen die passen binnen de lokale cultuur en economie. Ook klimaatverandering, tegen de intuïtie in, is zo’n lokaal probleem: het heeft geen zin er met bijna tweehonderd andere landen over te praten – hoe groter de impact, hoe eerder je aan de slag moet. Zelf, in je eigen belang. Als dat niet zo werkt, dan is het misschien ook niet zo’n groot probleem.

Ten derde leidt het globale denken tot een verschuiving van de aandacht naar globale netwerken, NGO’s en organisaties. Die daar graag in schitterende hoofdkantoren op dure locaties met veel werknemers glanzende rapporten over zullen schrijven, alles monitoren, maar er niets aan oplossen. Het kost wel erg veel, zowel geld als tijd. En dit soort beleidsorganisaties hebben vrijwel als vanzelf een ander doel: zichzelf in stand houden en hun invloed vergroten.

Ten vierde zijn de internationale organisaties kwetsbaar. Ze staan ver af van de regionale politiek, van de grondwetten, van het gevoel van gewone burgers, van de nationale rechterlijke macht en ‘checks and balances’. Ver van de pers. Soms hebben ze zelfs onschendbaarheid. En ze zijn daarmee extra vatbaar voor lobby en omkoping en infiltratie door kapitaalkrachtige partijen. De ‘globale’ oplossingen die men vindt zijn dan ook eerder geschikt om door multinationals opgepakt te worden. One size fits all? Nee, nooit.

Tenslotte een gedachte. Het hele idee van naar ‘boven’ en de VN kijken voor hulp geeft een gevoel van hulpeloosheid, afwachten en kweekt onvolwassenheid.

Dus het middel van breed en internationaal overleg en samenwerking schiet het goede doel soms voorbij, en heeft een duidelijke keerzijde, ook al is en blijft het doel prachtig. Laten we in Nederland allereerst werken aan Nederlandse problemen, en wat lokaal kan ook lokaal doen. Niet minder en niet meer.

Lees verder »

Nee, ik ‘geloof’ niet in klimaatverandering

Begin dit jaar zat ik bij een lezing van Ruud Koornstra, die vele functies en zakelijke successen in de duurzaamheid op zijn naam heeft staan. Een leuk en interessant spreker. Om zijn lezing wat interactiever te maken stelde hij het publiek af en toe wat vragen. Zoals deze: ‘Wie in deze zaal gelooft niet in klimaatverandering?’ Het was duidelijk even een kort vraagje, niet een echte vraag; meer retorisch. Want wie zou er zo gek zijn?

Niemand stak dan ook zijn vinger op. En op dat moment wist ik dat ik dit wel moest doen. Weliswaar wat halfslachtig, want ik voelde in mijn hele lijf hoe belachelijk ik mezelf hiermee maakte in een zaal vol ‘weldenkende’ mensen. Hoe kun je nou ‘de consensus’ van het IPCC niet geloven? Ik kan me goed voorstellen dat er gedacht werd: ‘Ach, wat erg voor hem; hij is door desinformatie op het verkeerde pad gekomen.’

Maar wel of niet klimaatverandering was helemaal niet mijn punt. Om mijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen heb ik sinds een bewustwording in 2006 telkens stappen gezet, zoals het stoppen met het eten van vlees en vis, stoppen met vliegreizen, de trein als standaard vervoersmiddel nemen en het bewuster en dus ook minder consumeren. Overigens zonder daar nou trots op te zijn; het kost eigenlijk geen moeite. En ik heb nog meer dan genoeg luxe en welvaart in mijn leven. En heb dus zeker geen schone handen en ben echt niet moreel superieur – integendeel, want hoe meer je weet van de werking van de wereldeconomie hoe meer je ziet dat schone handen onmogelijk zijn.

Maar waar ik bij de vraag op triggerde is het feit dat de vraag retorisch werd gesteld. We worden allemaal geacht er vol in te ‘geloven’. En dan wordt het voor mij eng. Als het een ‘geloof’ wordt, dan wordt het ook een religie. Met alles erop en eraan: dominees, priesters en rituelen, hemel en hel, engelen en demonen. En in een religie heiligen de doelen de middelen, vroeg of laat. Dan wordt een mooi idee een ideaal, dan een ideologie en krijgt het een hypnotiserende en bezwerende werking die leidt tot massavorming. Massavorming is een soort collectief moralisme waarin een grote groep mensen elkaar in bedwang houdt, met behulp van hun media en hun politici, die moeten meedansen in het ‘geloof’. En voor het breed gedragen geloof mag en moet dan alles wijken.

Ik denk dat we inmiddels (ik schrijf dit in 2023) vol in een klimaatreligie aan het komen zijn. Kenmerken zijn dat er geen tegenspraak en kritiek meer wordt geduld en dat kritische stemmen – los van of ze gelijk hebben – langzaam maar zeker gemarginaliseerd, gecensureerd of zelfs verboden worden. Een zorgelijke maatschappelijk trend. Om even concreet te zijn: LinkedIn zou dit ook met deze post kunnen doen – ze doet dit namelijk heel vaak en vele hoogleraren en experts worden van dit platform geweerd omdat hun mening volgens bepaalde ‘consensus’ gevaarlijk zou zijn. LinkedIn, en ook Youtube, is dus soms een bubbel van ‘consensus’.

De rechtvaardiging van censuur is ongeveer: “dat wat niet binnen de consensus valt is dus een leugen en dus gevaarlijk en mag dus worden bestreden”. Het onuitgesproken uitgangspunt is dus dat een mens onvoldoende voor zichzelf kan denken. Of in ieder geval ’de ander’ mag dat niet, want die kan dat zogenaamd niet aan.

De brengers van een afwijkend geluid worden daarom in de ogen van de consensus-massa terecht gedemoniseerd. Ook hier heiligt het doel de middelen, en vinden discussies vaak plaats met ‘ad hominem’-argumenten, dus op de mens gespeeld – ook een kenmerk van een religie. De motieven en levensweg van de brenger van een kritisch geluid worden gebruikt om hun argument niet te hoeven overdenken.

Je zult begrijpen dat ik enthousiast ben over de nieuwe koers van Twitter dat deze uitsluiting op basis van een semi-wetenschappelijke ‘consensus’ niet meer ondersteunt. Consensus is namelijk geen middel in het wetenschappelijke proces, ook al zijn sommigen dat gaan ‘geloven’.

Ook merk ik het religieuze gehalte aan de vorm van het politieke debat en de voorstellen die rondgaan: bijvoorbeeld als er een kabinet is dat voor tientallen miljarden aan uitgaven wil doen voor het klimaat, en dus onttrekken aan de zorg en het onderwijs, want daar moet op worden bezuinigd. En dat dit onzekere en ook naar hun eigen inschatting weinig effectieve plan als vanzelfsprekend wordt gebracht, terwijl het ook veel directe schade zal aanbrengen aan de huidige maatschappij in de vorm van meetbare verarming, ofwel inflatoir dan wel door verschraling van de maatschappij. De verdediging? ‘Consensus’, en ‘anders geen planeet om op te leven’ in een verre toekomst. Dat laatste slaat elk gesprek dood. Een kenmerk van een religie is dat het met angstbeelden over een vreselijke toekomst (hel) schermt om de ander tot een bepaald gedrag te dwingen. “Als jij niet met mijn plan akkoord gaat… dan ben je dus voor een ‘hel’, en dus een moordenaar! En dus hoef ik niet naar je argumenten te luisteren.”

Waarom is het zo belangrijk dat echt iedereen hetzelfde vindt van de snelheid en oorzaken van klimaatverandering? Waarom mogen twijfels en nuances niet meer? Het argument zal misschien zijn: dat is tegen de niet aflatende stroom desinformatie die door ‘big oil’ is verspreid (de duivel). Mijn vermoeden is echter dat daaronder de angst voor de verleidingskracht van de duivel zit, dus angst voor eigen zwakheid. Eigen zwakheid van argumenten, en zwakheid van karakter.

En daarom ‘geloof’ ik dus niet in klimaatverandering. En ‘by the way’, ook niet in: ‘veilig en effectief’. 

Ik vertel mezelf ook weer bij deze: gewoon naar iedereen blijven luisteren, ook al is dat moeilijk. Niemand weren en niemand demoniseren. Dus ook niet online schelden. Want al die daden maken mijn hart tot een hel.

Lees verder »

Schaarste voorkomen – anders ontwerpen

Dat praten over schaarste een beetje taboe is heb ik een vorig blog verteld. Dat is niet zo gek. Schaarste is een tekort, klinkt als ‘minderen’, als ‘zuunigheid’, en dus gewoon niet leuk. Het is een onwelkome boodschap. Ook voor mij.

Schaarste en eindigheid is zeker niet welkom in een wereld die op het groei-paradigma is gebouwd. Maar waar niet is, verliest de keizer zijn rechten. Zelfs keizer GDP.

Eindigheid wordt natuurlijk niet maar even opgelost door ‘de onzichtbare hand’, de economie die prijzen zal doen stijgen en de vraag zal doen dalen. Dat moet geholpen worden door duidelijke actie van overheden, bedrijven en consumenten. Om met die laatste te beginnen, quote ik graag Louise Vet van het NIOO: “We hoeven niet te consuminderen maar moeten consumanderen.”

Maar nu eerst even recht voor zijn raap even het schaarste-beest in de ogen kijken. Want schaarste, als in eindig, is logisch in een eindige wereld.

Lees verder »

Ssst! Dit onderwerp is taboe… Schaa****

Mag ik je twee interessante anekdotes over een taboe vertellen?

Ik fietste bij toeval met een bevriende oudere ondernemer een stukje op, en bij een rood stoplicht verzamelde ik moed en zei: “Ik ga zo een blog schrijven, over Schaarste…” Zo, het taboe-woord was eruit! Ik telde rustig af en was benieuwd wat ging komen, maar niet hoopvol.

Lees verder »

Keuken is kern van het voedselprobleem

De lange keten om voedsel van de ‘grond’ naar onze mond te krijgen heeft een zeer werkwaardige schakel: de keuken. Wie heeft ooit bedacht dat we allemaal zelf ons eten moeten klaarmaken? Wie heeft ooit bedacht dat het hebben van een keuken in elk huis een goed idee was?

Wortel van het probleem: zelf koken

Hoe onhandig, onvriendelijk, tijd-, energie- en grondstof-verspillend is het zelf koken van eten! Dat is alsof iedereen een complete garage met gereedschap, houtblokken en draaibanken moet hebben om meubels te maken!

Lees verder »

De sprint naar de circulaire economie

Nederland is een ondernemend handelsland en is bezig met een sprint naar een nieuwe en slimmere economie. En we liggen behoorlijk op kop. Als je het nog niet hebt gezien ga je het de komende paar jaren zien. Nederlandse overheid, universiteiten en brancheverenigingen zijn druk bezig met de promotie en stimulering. Waar heb ik het over? De circulaire economie.

Van lineair naar circulair

De huidige productieketen is grotendeels lineair, van het opdelven van grondstoffen, via fabricage en gebruik naar een vuilverbranding. Dat is natuurlijk niet slim, en dat weten ondernemers. Maar doordat de grondstof-kosten en belastingen nog niet in lijn zijn met de werkelijkheid blijft deze vreemde situatie nog wat naijlen.

Lees verder »

Abonnementen voor een circulaire economie

De financiële transacties van een product hebben minstens zoveel impact op de duurzaamheid als het product zelf. Bij het product zijn natuurlijk de verbruikte energie en de hoeveelheid grondstoffen heel bepalend voor de duurzaamheid, maar de manier van betalen voor dat product kon wel eens de oplossing worden die ons naar een circulaire economie gaat helpen…

Lees verder »

The no-escape room

We zijn als westerse mensheid inmiddels aardig bijgepraat over climate change en allerlei mogelijk onheil bij ongebreidelde economische groei en vervuiling. De mening over de waarschijnlijkheid daarvan mag verschillen, maar de bekendheid is universeel.

Uitersten

Bij het denken over the next century, van het jaar 2101 door tot het jaar 2200, is het daarom verleidelijk te vervallen tot een van de twee uiterste scenario’s:

1. Hemel – Utopia: het leven zal, geholpen door onze technologische ontwikkelingen, prachtig zijn, wij zullen lang leven als ‘God’, in een paradijs.

2. Hel – Dystopia: het leven en de mensheid zal vrijwel voorbij zijn, naar de knoppen geholpen door natuurrampen en oorlogen die het gevolg zijn van ons voortdurende egoïsme, hebzucht en onze ingebakken slechtheid. Het leven zal een hel zijn.

Beide scenario’s hebben hun profeten die hun boeken schrijven en films maken. En beide scenario’s hebben hun volgers en gelovigen.

Lees verder »

Echte standaardisatie is radicale innovatie

In de bouw lijkt de innovatie stil te staan, maar schijn bedriegt. In China heeft een snelgroeiend maar nog onbekend bedrijf BSB een manier gevonden om bouwen tegelijkertijd zeer significant sneller, energiezuiniger en goedkoper te maken. En dan gaat het over een revolutionaire 50%, tot wel 90%. Het geheim? Standaardisatie.

Lees verder »

Stop met doemdenken. Overvloedsdenken helpt wel

Schaarste!?

We leven in een wereld waarin ons denken voortdurend wordt gestuurd naar denken in schaarste. In tekorten en schaven aan de kosten voor meer efficiency, en ‘ik een beetje meer dan jij’. Waarin er maar één kan winnen.

Lees verder »

Dit archief bevat momenteel (nog) geen inhoud.