×

Deel deze pagina

Roeping: op weg naar geluk of naar succes?

Roeping: op weg naar geluk of naar succes?

Afgelopen week raakte ik met een directeur van een opleiding voor ondernemers in gesprek over de vraag: “Do we educate for happiness, or for success?” Wat mij betreft een intrigerende vraag die de moeite van het overdenken waard is. Tegelijkertijd vraag ik mij af: Is dit wel de goede vraag? Want wat is succes eigenlijk?

Gericht zijn op succes zonder inhoud kan zijn als het volgen van een zingende sirene die je uiteindelijk op de rotsen laat lopen. Zeker als succes dient als pleister op de wonden van je ziel, opgelopen door bijvoorbeeld een pijnlijke jeugd en het ontbreken aan (goedkeuring van) ouders. Manfred Kets de Vries zag in zijn onderzoek onder succesvolle leiders het thema van het verbergen, vervullen en vergelden van de ongelukkige jeugd steeds terugkeren…

Stephen Covey wil ons weg hebben bij het -in zijn ogen- gevaarlijke woord ‘succes’. Hij leert in de ‘Seven Habits’ dat we in plaats daarvan moeten streven naar effectiviteit, waaronder hij ‘goed zijn in het halen van gestelde doelen’ verstaat. Covey geeft zijn lezers als doel en roeping mee: “Your life is about serving other people.” Dat is nogal wat. Hoe komt Covey bij dat doel? Waarom zou het bijvoorbeeld niet kunnen zijn ‘volkomen tot ontplooiing komen’, of ‘gelukkig zijn met je gezin’, of ‘eerst rijk worden en dat dan wegschenken vanuit een mooi fonds’? En als dat het doel is, is dat wel haalbaar? Is het mogelijk met zo’n hoog doel te leven, zonder jezelf te verliezen?

Om ons eigen doel of onze eigen roeping te vinden kunnen we verschillende wegen bewandelen. Veel mensen doen daarvoor aan stilte, contemplatie en meditatie, bijvoorbeeld door terug te gaan naar de natuur. Zo zijn er leiders die in eenzaamheid en afzondering, met de schoonheid en bruutheid van de natuur van Afrika om zich heen, tot prachtige nieuwe inzichten en besluiten komen voor hun leven. Mijn vraag daarbij is echter: Wanneer is dit een geschikte weg? Welke stem spreekt jou daar, in stilte, diep van binnen aan? En hoe uitdagend kan die stem zijn? Wanneer heb je al genoeg ‘binnen’ om naar binnen te gaan?

Een stapje spannender is het daarom om je kwetsbaar op te stellen naar mensen om je heen -ouders, familie en vrienden- en hen te gaan bevragen wat zij denken dat je ‘roeping’ is. Of wat je doel zou moeten zijn. Dat vraagt veel moed. De meest natuurlijke ‘roeper’ zijn wel je ouders. Zij zouden het toch een beetje mogen weten, ze hebben je toch niet voor niets op de wereld gezet? Met een hoop en een verlangen. Niet om per se gehoor aan te geven maar wel om mee te wegen.

En dan is er de weg van grote voorbeelden en goeroes. Mensen die ons in leer en leven zodanig aanspreken dat we hun voorbeeld willen volgen. Daarbij denk ik dan aan mensen als Gandhi, MLK, Nelson Mandela, Jezus. Mensen die zo gegrepen werden door een hoger doel, dat zij hun eigen belangen ervoor opzij zetten, soms zelfs tot hun dood erop volgde. Dit zijn mensen wier namen wij bewonderend uitspreken.

En dan zijn er nog vele andere (management)goeroes in deze tijd, teveel om op te noemen, die hun eigen wijze bijdrage leveren aan het (denken over) de zin van het leven. Maar ook de keuze van een goeroe blijft een gevaarlijke keuze: deze is gemakkelijk af te stemmen op het doel dat je jezelf hebt gesteld en de wensen en begrenzingen van wat jij toestaat. Zo heb je dus nog steeds de mogelijkheid om binnen je veilige systeem te blijven.

Wanneer is een roeping een roeping? Bestaat er zoiets als een hoger doel, waarbij je jezelf en je eigen belangen overstijgt, omdat je erdoor gegrepen bent en niet anders kunt dan dat doel te volgen? En bereid bent de consequenties ervan te dragen? Wil je zo’n roeping, zo’n doel voor je leven vinden? Durf je je werkelijk open te stellen voor vragen die uitdagen? De makkelijke ‘ja maars’ te parkeren en werkelijk te luisteren en te exploreren in de grotten van je ziel?

Ik zou je, om te beginnen met de vraag naar roeping, willen uitdagen om eens na te denken over het beeld van een weegschaal, of balans. Aan de ene kant van de weegschaal staat ‘mijn belang’ en aan de andere kant staat ‘onze belangen’. Dit zijn de belangen van de mensheid: allereerst de gemeenschap waar je woont, misschien zelfs het land of de hele wereld. Die weegschaal kan naar twee kanten doorslaan. Ten eerste door eigen belangen veel groter te maken dan de belangen van de mensheid. Dat uit zich in jezelf alles gunnen, zonder beperking. Het ander uiterste is eigen belangen helemaal opofferen voor de mensheid.

Vier vragen: Hoe ziet jouw persoonlijke balans eruit? Waar ben jij tevreden over en waarover niet? Waar streef jij nog naar? Ligt de waarheid in het midden?

Hoe jezelf een spiegel voor en lees mijn boek. Of neem contact op om hierover eens vrijblijvend door te praten: 06 – 1244 6086.