Stel je voor: Thor Heyerdahl [1914 – 2002], staat aan de kust en kijkt uit over de eindeloze Stille Oceaan. Terwijl hij de golven observeert, ziet hij iets wat anderen over het hoofd zien: constante zeestromingen en winden die als een soort natuurlijke transportband fungeren. Hij bedenkt dat eenvoudige vlotten deze krachten zouden kunnen benutten – een idee dat hem niet meer loslaat. Heyerdahl raakt zo gefascineerd dat hij zich verdiept in de culturen aan weerszijden van de oceaan. Hij bestudeert artefacten, gebruiken en mythologische verhalen en stelt een lijst op van opvallende overeenkomsten tussen volkeren die duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn.
Om te bewijzen dat zijn idee klopt – dat mensen al sinds de prehistorie over de oceaan konden reizen – bouwt hij een vlot, de Kon-Tiki. Op 28 april 1947 vertrekt hij vanaf Peru, en na 101 dagen op zee spoelt hij aan op een eilandengroep in Polynesië. Missie geslaagd, zou je denken. Maar hier begint het pas echt interessant te worden.
De wetenschap blijft verdeeld. Aan de ene kant heb je de isolationisten, die oceanen zien als onoverbrugbare barrières en geloven dat culturen zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Zij wijzen op het ontbreken van boten in de archeologische vondsten en concluderen dat de overeenkomsten ontstaan zijn doordat mensen op verschillende plekken simultaan tot dezelfde inzichten kwamen. Aan de andere kant staan de diffusionisten, die culturele overeenkomsten zien als bewijs van contact en uitwisseling – zoals Heyerdahl zelf. Fascinerend, toch? Dezelfde feiten leiden tot twee totaal tegengestelde conclusies.
Dit fenomeen zien we niet alleen in de geschiedenis, maar ook in onze eigen tijd. Denk aan de discussies tijdens en na de coronapandemie over lockdown-maatregelen. De ene groep wees op dalende besmettingscijfers en concludeerde dat de maatregelen effectief waren. De lockdown-critici erkennen die daling ook, maar zien deze als een natuurlijke beweging die ook zonder maatregelen zou zijn ingezet, en wijzen op economische schade en mentale gezondheidsproblemen als argument dat de lockdowns meer kwaad dan goed deden. Weer twee hypotheses, gevoed door dezelfde feiten, maar mijlenver uit elkaar.
Hoe weet je nu of je zelf vastzit in zo’n perspectief? Het is makkelijk om te denken dat alleen ‘de anderen’ bevooroordeeld zijn, maar we kunnen allemaal in die valkuil stappen. Hier is een checklist om jezelf te testen:
Scoor je op een paar van deze punten? Dan is het misschien tijd om even stil te staan. Vastzitten in een perspectief is menselijk, maar het erkennen is de eerste stap om eruit te breken. Thor Heyerdahl liet zich niet beperken door de gangbare opvattingen van zijn tijd – hij ging op onderzoek uit, letterlijk en figuurlijk. Misschien kunnen wij dat ook. Stel jezelf eens een simpele vraag: wat als ik het mis heb? Het antwoord kan je verrassen.
Het MASTERY-model is een model voor persoonlijke en zakelijke groei en is geïnspireerd door de wereld van de gilden en de weg naar meesterschap. Vroeger ging die lange weg via de graden van leerling, gezel en reisgezel, en het afleggen van een meesterproef. Nu doet u het zelf, geholpen door het MASTERY-model. U kunt uzelf erin spiegelen en beproeven. Het zijn als het ware lakmoesproeven voor uw meesterschap. Is het is ook toepasbaar op een onderneming of organisatie?
Er is in Nederland een hernieuwde interesse in Gilden en Meesterschap. Een noodzakelijke stap naar Meesterschap, de laatste stap, is die van een Meesterproef. Hoe ziet dat er in de praktijk nou uit?
De bedoeling is dat de Gezel-kandidaat – zeker al niet de eerste de beste – het beste van het beste van zijn kunnen laat zien, en de commissie, bestaande uit minimaal 3 bestaande Meesters, helemaal overtuigt.
In Amsterdam in De Waag staat een mooi historisch voorbeeld van een Meesterproef voor een Metselaar: het uiterste is gevraagd en getoond.
Dit stuk van het interview met Onno Kokmeijer – meesterkok, o.a. tweesterren-chef van restaurant “Ciel Blue” in het Okura, over zijn Meesterproef in 2008 spreekt boekdelen. Geniet!
Dat een meester-ondernemer zich om meer dingen druk maakt dan alleen zijn eigen zaak bewijst het interview met Hennie van der Most. Hij heeft als missie om de overheid beter bestuurbaar te maken door de financiën transparanter en simpeler te maken: in zijn woorden “een simpele balans”. Hierbij een stuk van het interview voor mijn boek waaruit zijn visie en doorzettingsvermogen blijkt…
Dit archief bevat momenteel (nog) geen inhoud.